woensdag 1 mei 2013

Wat is uw uitspraak over de mening van sommige mensen dat de Doe'aa-e (smeekbede) na het uitlezen van de Qor-aan behoort tot de innovaties (bid'ah)?


V38. Wat is uw uitspraak over de mening van sommige mensen dat de Doe'aa-e (smeekbede)
na het uitlezen van de Qor-aan behoort tot de innovaties (bid'ah)?


Ik ben niet op de hoogte van een authentieke bron, waarop een Doe'aa-e na het uitreciteren
van de Qor-aan tijdens het gebed (tijdens salaat Taraweeh') gebasseerd kan worden, niet in de
Soennah van de profeet (Salla Allahu alaihi wa Salaam) noch in de handelingen van de
metgezellen (RadiyaAllahu anhoem). Het enige bewijs wat hiervoor gevonden kan worden, is
dat Anes Ibn Maalik (RadiyaAllahu anhu) zijn familie bijeen bracht en Doe'aa-e verrichtte
toen hij de recitatie van de Qor-aan wilde afronden, maar hij deed dit niet in zijn gebed.
Het is, zoals bekend, volgens de Islamitische wetgeving niet toegestaan om een
onbekende/verzonnen Doe'aa-e te verrichten, wanneer hierover niets in de Soennah is
vermeld, gezien de uitspraak van de profeet (Salla Allahu alaihi wa Salaam): "Bidt zoals jullie
mij hebben zien bidden."
Maar om deze afsluiting in het gebed een innovatie te noemen; ik houd er niet van om dit zo
te noemen, omdat de geleerden - de geleerden van de Soennah - hierover van mening
verschillen. Het past ons niet om iets zo grof te veroordelen, terwijl sommigen van Ahloe
Soennah zeiden dat het behoort tot de aanbevelingswaardige zaken. Echter het verdient de
voorkeur dat een persoon ervoor zorgt dat hij de Soennah volgt.
Het volgende is iets wat sommige broeders doen die de Soennah willen praktiseren: zij bidden
achter een Imaam die de Doe'aa-e verricht na het afronden van de Qor-aan en als het tijd is
voor de laatste rak'ah, dan gaan zij weg en zonderen zich af van de mensen met het excuus dat
de afsluiting een innovatie is. Dit is geen gepaste zaak, gezien de verschillen tussen de harten
(haat) en afstand die ontstaat en het is geen onenigheid waarin de A-Iemmah zijn gevallen. Zo
was Al-Iemaam Ah'mad (RahiemahuAllah) niet van mening dat het aanbevelingswaardig is
om tijdens Al-Fadj'r-gebed Al-Qoenoet te verrichten en toch zei hij "Als iemand achter een
Imaam bidt die Al-Qoenoet verricht tijdens het Fadj'r-gebed, laat hem deze volgen en Aamien
zeggen tijdens zijn Doe'aa-e."
Een andere zaak die met deze kwestie te vergelijken is, is dat sommige broeders erop staan
om de Soennah te volgen in het aantal raka'aat tijdens de Taraweeh'-gebeden. Als zij bidden
achter een Imaam die meer dan 11 of 13 raka'aat bidt, dan gaan zij weg en dit is ook niet
gepast. Het is zelfs in tegenstrijd met de metgezellen (RadiyaAllahu anhoem). Zo keurden de
metgezellen (RadiyaAllahu anhoem) het af, dat 'Oethmaan Ibn 'Aaffaan (RadiyaAllahu anhu)
als Imaam in het gebed voorging in Mina en het gebed afrondde met vier raka'aat ( i.p.v. de
eigenlijke twee omdat dit gebed verkort wordt). Zij keurden zijn afronden af, maar baden
evengoed achter hem en rondden samen met hem af. Het is welbekend dat het afronden van
een gebed in een situatie waarin volgens de Islamitische wetgeving dit gebed verkort kan
worden, eerder in tegenstrijd is met de Soennah, dan het bidden van meer dan 13 raka'aat, en
desondanks hebben de metgezellen (RadiyaAllahu anhoem) zich niet afgezonderd van
'Oethmaan (RadiyaAllahu anhu), of het gebed achter hem verlaten. Hun zorg om de Soennah
te volgen is ongetwijfeld meer dan de onze en hun meningen zijn dichterbij de juiste dan de
onze. Zij hielden zich veel meer aan oordelen die uit de Islamitische wetgeving voortvloeien,
dan dat wij dat doen.
Wij vragen Allah (Soebhanahu wa Ta'ala) om ons allen te doen behoren tot degenen die de
waarheid zien en dit volgen en het onjuiste als onjuist zien en dit vermijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten