zaterdag 4 mei 2013

Betreffende het aantal rak`ahs in tarawieh (deel 2)


Betreffende het aantal rak`ahs in tarawieh (deel 2)


Geschreven door Shaych Mohammed bin Saalih al-`Othaymien
[In de Naam van Allaah, de Barmhartigste… Shaych Mohammed bin Saalih al-`Othaymien
heeft ook gezegd, na het bevestigen dat het de soennah is om elf rak`ahs te bidden op een
andere plek in hetzelfde boek:]
Dus wat als iemand zegt:
“U heeft vastgesteld dat elf rak`ahs (de soennah is), wat zegt u dan als we bidden achter een
iemaam die drieëntwintig bidt of meer, moeten we dan blijven zitten en niet met hem bidden
wanneer hij opstaat voor de zesde tasliem (na tien rak`ahs), of is het beter om het af te maken
met hem?”
Het antwoord:
“Het beste is om het (gebed) met hem af te maken, en het bewijs hiervoor is vanuit twee
kanten:
De eerste is de uitspraak van de Profeet (salallaahoe `alayhie was sallem) betreffende de
nachtgebeden van ramadhaan:
“Voorwaar, eenieder die samen met de iemaam (in het gebed) staat totdat hij weggaat, dan
zal het voor hem geschreven worden dat hij een (gehele) nacht heeft gestaan (in gebed).”[1]
Dus diegene die blijft zitten en wacht tot de iemaam het witr gebed bereikt, dan heeft hij niet
met de iemaam gebeden totdat hij weggaat, aangezien hij een gedeelte van zijn gebed heeft
weggelaten.
De tweede kant van het bewijs is de algemeenheid van de uitspraak van de Profeet
(salallaahoe `alayhie was sallem):
“Voorwaar de iemaam is aangesteld zodat hij gevolgd wordt.”[2]
Dit houdt elke handeling in die de iemaam doet, zolang het geen verboden handeling betreft,
en meer (bidden) dan elf (rak`ahs) is niet verboden, dus dan volgen we de iemaam. Echter, als
de vermeerdering verboden is, bijvoorbeeld als de iemaam vijf rak`ahs voor het dhohr-gebed
bidt, dan volgen we hem niet.
Tevens, we moeten weten dat de eenheid van de oemmaah (gemeenschap) iets is wat gewild
is met de hoogste prioriteit van de Islaamitische Sharia, aangezien Allaah heeft gezegd:
{En voorwaar dit is jullie gemeenschap (groep), één enkele gemeenschap (groep).}[3]
En het geschillen tussen leden van de oemmaah is iets wat verworpen moet worden, zoals
Allaah de Allerhoogste zegt:
{En wees niet zoals diegenen die opsplitsten en geschilden nadat de duidelijke bewijzen
tot hen kwamen.}[4]
En Allaah de Allerhoogste heeft gezegd:
{Hij (Allaah) heeft jullie dezelfde religie (Islaamitisch monotheïsme) opgedragen, welke
Hij Noeh heeft opgedragen, en hetgeen wat Wij aan jou geopenbaard hebben (O
Mohammed (salallaahoe 'alayhie was sallem)), en hetgeen wat Wij Ibrahiem, Moesa en
`Iesaa hebben opgedragen, zeggende dat jullie de religie tot stand behoren te brengen
(i.e. hetgeen uitvoeren wat het praktisch opdraagt), en wees daarover niet verdeeld.}[5]
En Hij, de Allerhoogste, heeft gezegd:
{Voorwaar, degene die hun religie verdelen en zich opsplitsten in sekten (allerlei soorten
religieuze sekten), jij (O Mohammed (salallaahoe 'alayhie was sallem)) hebt niets met
hen uitstaande. Hun aangelegenheid is bij Allaah alleen, (Hij is) Degene die hen zal
vertellen wat zij gedaan hebben.}[6]
En de Profeet (salallaahoe alayhie was sallem) zei altijd wanneer hij de mensen opstelde voor
het gebed:
“Geschil niet, anders zullen jullie harten gaan geschillen.”[7]
En toen `Othmaan (radiallaahoe ta'alla 'anhoe) de gebeden bad die vier rak`ahs hebben
gedurende hadj in Minaa, verkorte hij ze niet nadat acht jaar van zijn khilaafah voorbij waren.
De mensen (geleerden van de sahabah) keurden dit van hem af, zeggende: “De Profeet
(salallaahoe ` alayhie was sallem) verkorte (zijn gebed), en zo ook Aboe Bakr en `Omar[8],
zoals jij deed aan het begin van je khilaafah.” Echter hij (`Othmaan -radiallaahoe ta'alla
'anhoe-) dacht dat hij het bij het rechte einde had (t`awiel), en de metgezellen die deze
handeling afkeurden baden toch vier rak`ahs achter hem, terwijl zij het afkeurden.[9] Dit was
omdat de vermeerdering niet afscheidbaar was van het gebed, en het was een foute zaak voor
hen (vanuit hun standpunt), echter zij volgden toch de iemaam, en verkozen de éénheid
(tussen de moslims en hun leider te behouden).
Dus wat denk je wanneer de vermeerdering afgescheiden is, niet direct verbonden aan het
gebed, en wanneer een persoon het opzettelijk doet het gebed ongeldig wordt? En hij (diegene
die niet meer bidt dan elf of dertien rak`ahs met de iemaam) zegt: “Wij zijn mensen die zich
vasthouden aan de soennah en volgen de overleveringen van de metgezellen”, met deze
tegenstrijdigheid van hem in deze zaak.
Dus ik zeg: Zeer zeker elk persoon die zegt dat hij de soennah volgt en de leiding van de
selef, dan is het voor hem niet toegestaan om de iemaam te verlaten wanneer hij drieëntwintig
(rak`ahs) bidt en te zeggen: “Ik zal de soennah volgen en elf rak`ahs bidden”, aangezien je
bent opgedragen om je iemaam te volgen, en het is je verboden om hem tegen te gaan.
Verder, is het je niet verboden om meer dan elf rak`ahs te bidden.
Dus is het verplicht voor de studenten van de kennis in het specifiek, en voor alle mensen in
het algemeen, om waakzaam te zijn de éénheid te behouden wanneer het mogelijk is,
aangezien de enige hoop voor de mensen van ongehoorzaamheid en de atheïsten, is dat de
mensen van goedheid geschillen. Dit is omdat er geen effectiever wapen is dan het geschillen,
en voorwaar Moesa zei tegen de Magiërs:
{Wee jullie, verzin geen leugens over Allaah, want dan zal Hij jullie door een bestraffing
vernietigen. En voorzeker, degene die leugens verzint (tegen Allaah) zal rampzalig
verliezen. Vervolgens debatteerden zij met elkaar over wat zij moesten doen, en zij
hielden hun gepraat geheim.}[10]
Toen zij geschilden, faalden zij en zij verloren hun kracht.
Dus deze geschillen die we vinden bij sommigen van onze broeders die (erg) fanatiek zijn in
het volgen van de soennah in deze zaak en anderen. Ik zie het als een tegenstrijdigheid tegen
de soennah en tegen de doelen van de Sharia, zoals het samenkomen van de rangen en de
éénheid van de mensen, aangezien dit, en voor Allaah is alle lof, niet iets haraams is noch is
het een moenkar, echter is het iets wat is gebaseerd op idjtihaad (inzet voor bereiken van de
waarheid). Dus wat het brengen van splitsing betreft en het veroorzaken dat de harten wrok
hebben, haat, en bespotting van degene die ons standpunt tegengaat, terwijl het toegestaan is
en niet tegenstrijdig is met de soennah, dan is het verplicht voor elke man om de éénheid van
de rangen te beschermen en te bewaken wanneer dit mogelijk is.”
Bron: As-Sharh Al-Moemti', 4/61-63
[1] Overgeleverd door Soenan An-Nesaa`ie (1605) en Soenan At-Tirmidhie (806); Al-
Albaanie verklaarde het sahieh.
[2] Overgeleverd door Al-Boechaarie (732) en Moslim (920)
[3] Soerah Al-Ambiyaa` 21:92.
[4] Soerah Aali-`Imraan 3:105.
[5] Soerah Ash-Shoera 42:13.
[6] Soerah Al-An’aam 6:159.
[7] Overgeleverd door Moslim (971).
[8] Overgeleverd door Al-Boechaarie (1084) en Moslim (695) (19).
[9] Overgeleverd door Moslim (649) (17).
[10] Soerah Taa-Haa 20:61-62.
http://www.ahloelhadieth.com/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten