Ramadan in Aantocht
Door Abdullah ibn Salih al-Fawzan (www.islaam.net)
Vertaald door www.AlMutaqqun.tk
Abu Hurairah heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (sallAllahu 'alayhi wa
salaam) zei: "De Ramadan is tot jullie gekomen; een gezegende maand. Allah heeft het vasten
ervan voor jullie verplicht gesteld. Gedurende (de Ramadan) zijn de poorten van de hemel
geopend, de poorten van het Hellevuur gesloten en de duivels geketend. Eén nacht ervan, die
beter is dan duizend maanden, behoort aan Allah toe. Degene die van het goede (van deze
maand) weerhouden wordt, is waarlijk beroofd (van het goede)." [1]
Deze hadith is een verheugde aankondiging aan de vrome dienaren van Allah, van de komst
van de gezegende maand Ramadan. De Profeet (sallAllahu 'alayhi wa salaam) informeerde
zijn metgezellen over de komst van de Ramadan en het was niet slechts een simpele
nieuwsoverdracht. Zijn doel was om hen het verheugende nieuws te brengen van een
fantastische tijd van het jaar, zodat de vrome mensen die snel daden verrichten, de gepaste
waarde eraan kunnen geven. Dit is omdat de Profeet (sallAllahu 'alayhi wa salaam) in de
hadith uitlegt wat Allah voor Zijn dienaren voorbereid heeft aan de vele middelen om
vergiffenis en Zijn tevredenheid te verkrijgen. Degene die vergiffenis van zich laat
ontsnappen tijdens de maand Ramadan, lijdt het uiterste verlies.
Eén van de grote gunsten die Allah aan Zijn dienaren heeft verleend, is dat Hij verdienstelijke
gelegenheden heeft voorbereid die van voordeel kunnen zijn voor degenen die Hem
gehoorzamen en een race voor degenen die aansnellen om te wedijveren (om goede daden).
Deze verdienstelijke gelegenheden zijn tijden voor het vervullen van hoop door je in te
spannen in gehoorzaamheid en voor het opheffen van gebreken en tekortkomingen door
zelfverbetering en berouw. Allah heeft voor elk van deze deugdzame tijden daden van
gehoorzaamheid aangegeven waardoor men dichter tot Hem kan komen. En Allah bezit de
mooiste dingen als geschenken die Hij verleent aan wie Hij wil, doormiddel van Zijn Gratie
en Barmhartigheid.
Degene die ware gelukzaligheid bereikt, is degene die gebruik maakt van deze deugdzame
maanden, dagen en uren en dichter tot Zijn Waker komt door de daden van gehoorzaamheid
te verrichten die in deze tijden voorgeschreven zijn.
Wellicht zal hij overgoten worden met één van de vele zegeningen van deze gelegenheden en
erdoor geholpen worden, met een hulp die hem redt van het Vuur en dat wat het bevat, zoals
zijn brandende hitte. [2]
De mogelijkheid krijgen om (de komst van) de Ramadan te halen, is op zichzelf een
geweldige gunst die verleend wordt aan degene die de maand bereikt en waarmaakt door 's
nachts te bidden en overdag te vasten. Hij keert terug tot zijn Beschermer: van
ongehoorzaamheid aan Hem tot gehoorzaamheid aan Hem, van het verwaarlozen van Hem tot
het gedenken van Hem, van afstand houden van Hem tot zich tot Hem richten in nederig
berouw.
Een moslim moet zich bewust zijn van deze gunst en de grootte ervan erkennen. Want veel
mensen zijn weerhouden van het vasten, ofwel omdat ze overlijden voordat ze deze maand
bereiken of omdat ze niet in staat zijn om te vasten of omdat ze er tegenin gaan en zich er
vanaf keren. Degene die vast, moet zijn Heer dus prijzen voor deze gunst en deze maand
verwelkomen met blijdschap en verrukking. Hij zou zich diep in moeten spannen in het
verrichten van goede daden. Hij zou Allah aan moeten roepen en vragen om hem die maand
het vasten en het verrichten van het nachtgebed te schenken en om hem te voorzien van ernst,
enthousiasme, kracht en energie. En dat Hij hem wekt wanneer hij achteloos lang doorslaapt,
zodat hij gebruik kan maken van deze deugdzame tijden.
Het is jammer om te zien dat veel mensen de waarde van deze deugdzame gelegenheid niet
kennen, noch beschouwen zij het als heilig. De maand Ramadan is dus niet langer een
veelbetekende tijd voor gehoorzaamheid, aanbidding, het reciteren van de Qur'aan, het
schenken van liefdadigheid en het gedenken van Allah. Voor sommige mensen is het eerder
een tijd om te variëren in hun eten en drinken en om verschillende maaltijden te bereiden
voordat de maand begint. Andere mensen kennen de maand Ramadan niet anders dan als een
maand van slapeloosheid en herhaaldelijke samenkomsten, terwijl ze overdag slapen. Dit gaat
zover dat sommigen van hen voorbij de tijden van de verplichte gebeden slapen en ze dus niet
gezamenlijk bidden of niet op hun gepaste tijden. Andere mensen kennen de Ramadan niet
anders dan als een tijd om wereldse zaken te leiden en niet als een tijd om zaken voor het
Hiernamaals te leiden. Dus zijn ze druk aan het werk met kopen en verkopen en verblijven ze
op de marktplaatsen en blijven consequent weg van de moskeeën. En wanneer ze met de
mensen bidden, doen ze dat op een gehaaste manier. Dit is omdat zij hun genot op de
marktplaatsen vinden. De denkbeelden en ideeën (over de Ramadan) zijn tot op deze hoogte
veranderd.
Een aantal van de Salaf zei:
"Allah de Verhevene heeft de maand Ramadan tot een competitie voor Zijn schepselen
gemaakt, waarin zij met elkaar kunnen racen om Zijn tevredenheid, door Hem te
gehoorzamen. Eén groep komt als eerste en zij worden dus begunstigd en een andere groep
komt als laatste en zij falen dus." [3]
Het individu weet ook niet of dit wellicht de laatste Ramadan is die hij nog in zijn leven zal
zien, als hij het weet te voltooien. Hoeveel mannen, vrouwen en kinderen hebben het
afgelopen jaar met ons gevast maar liggen nu begraven in de diepte van de aarde, afhankelijk
van hun goede daden? En zij verwachtten nog veel meer Ramadans te vasten. Wij zullen hun
pad ook volgen. Daarom moet de moslim verblijd zijn met deze geweldige gelegenheid voor
gehoorzaamheid. En hij moet het niet verloochenen maar zich bezig houden met datgene wat
hem zal baten en waarvan de effecten zullen blijven. Want het is niets anders dan een aantal
dagen dat achtereenvolgend gevast wordt en snel voorbij is. Moge Allah ons en jullie laten
behoren tot de eersten in het verkrijgen van goede daden.
[1] Deze hadith is overgeleverd door Ahmad en An-Nasa'i. Zie Ahmad Shakir's controle van
de Musnad (nr. 7148) en Sahih At-Targhib wat-Tarhib van Al-Albaani (1490) en Tamam-ul-
Minnah (395)
[2] Dit zijn de woorden van Ibn Rajab in Lata'if-ul-Ma'arif, blz. 8
[3] Lata'if-ul-Ma'arif van Ibn Rajab, blz. 246
Geen opmerkingen:
Een reactie posten