I’tikaaf (zich afzonderen in de moskee)
Uit Qiyaam Ramadan (blz. 34-41) door Imam Muhammad
Nasir-ud-Deen Al-Albaani (rahimahullah) www.allaahuakbar.net
Vertaald door www.AlMutaqqun.tk
Het voorschrift van I’tikaaf
1. I’tikaaf (zich afzonderen in de moskee) is
een aangeraden handeling in de Ramadan evenals
op andere dagen in het jaar. De bron daarvoor
is te vinden in de woorden van Allah: “...terwijl
jullie I’tikaaf in de moskeeën verrichten.”
En er zijn ook vele authentieke ahadith over de
I’tikaaf van de Profeet (sallAllahu ‘alayhi
wa salaam) en overleveringen van de Salaf
daarover. Ze zijn vermeld in de Musnnaf’s van
Ibn Abi Shaibah en ‘Abdur-Razzaq.
Het is authentiek aangetoond dat de Profeet
(sallAllahu ‘alayhi wa salaam) I’tikaaf verrichtte
tijdens de laatste tien dagen van Shawaal [1] en dat ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) tegen de Profeet
(sallAllahu ‘alayhi wa salaam) zei: “In de
Dagen van Onwetendheid heb ik een eed afgelegd
(aan Allah) dat ik één nacht I’tikaaf zou
verrichten in de Masjid al-Haraam.” Dus zei de
Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam): “Vervul
je eed.” Dus verrichtte hij één nacht I’tikaaf.
[2]
2. Het naleven van I’tikaaf in de Ramadan is
gevestigd in de hadith van Abu Hurayrah
(radiAllahu ‘anu): “De Boodschapper van Allah
(sallAllahu ‘alayhi wa salaam) verrichte elke
Ramadan tien dagen I’tikaaf. Maar in het jaar
waarin hij overleed, verrichtte hij twintig dagen
I’tikaaf.” [3]
3. De beste tijd om het te verrichten is in
het laatste deel van de Ramadan omdat de Profeet
(sallAllahu ‘alayhi wa salaam) I’tikaaf
tijdens de laatste tien dagen van de Ramadan verrichtte
totdat Allah zijn ziel nam [m.a.w. tot hij
overleed]. [4]
De voorwaarden van I’tikaaf
1. Het naleven van I’tikaaf is niet wettig,
behalve in de moskeeën, gebaseerd op de woorden
van Allah: “En hebt geen omgang met hen,
terwijl jullie I’tikaaf in de moskeeën verrichten.”
[5] En ‘Aisha (radiAllahu ‘anha) heeft
gezegd: “De Sunnah voor degene die I’tikaaf verricht,
is dat hij niet uit (de moskee) zou moeten
gaan, behalve voor een bepaalde behoefte die hij
moet vervullen. Hij zou geen begrafenis bij
moeten wonen, noch zou hij zijn vrouw aan
moeten raken of gemeenschap met haar hebben.
En er is geen I’tikaaf behalve in een moskee
die de Jamaa’ah vestigt (in het
gemeenschappelijk gebed). En de Sunnah voor degene die
I’tikaaf verricht is dat hij zou moeten
vasten (op de dag dat hij I’tikaaf verricht).” [6]
2. De moskee zou ook de Jumu’ah gebeden
moeten houden zodat hij niet gedwongen is om de
moskee te verlaten om de Jumu’ah te bidden.
Dit is omdat het verlaten van de moskee voor de
Jumu’ah een verplichting is, gebaseerd op de
uitspraak van ‘Aisha in een overlevering van
haar van de voorgaande hadith: “...en er is
geen I’tikaaf behalve in een moskee die het
Jumu’ah gebed houdt.” [7]
Verder stuitte ik op een authentieke hadith
die de “moskeeën” die in de voorgaande ayah
vermeld worden duidelijk specificeert tot de
drie moskeeën: Masjid Al-Haraam [in Mekka],
Masjid An-Nabawi [in Medina] en Masjid
Al-Aqsa [in al-Quds/Jeruzalem]. De hadith is: “Er
is geen I’tikaaf behalve in de drie moskeeën.”
[8]
Volgens hetgeen ik tegenkwam, waren degenen
onder de Salaf die deze mening erop na
hielden Hudhaifah Ibn Al-Yamaan, Sa’id Ibn
Al-Musayyib en ‘Ataa. ‘Ataa noemde Masjid
Al-Aqsa echter niet. Anderen waren van mening
dat het elke gemeenschappelijke moskee
(waarin het Jumu’ah gebed gehouden wordt) kon
zijn, zonder beperking. Weer anderen waren
het hier niet mee eens en zeiden dat het
zelfs in de gebedsruimtes van de huizen verricht kan
worden. En er is geen twijfel over dat
datgene wat in overeenstemming is met de hadith
erover, het verdient om gevolgd te worden. En
Allah, Geprezen en Verheven, weet het het
beste.
3. Het is van de Sunnah voor degene die I’tikaaf
verricht om te vasten, zoals is verklaard door
‘Aisha (radiAllahu ‘anha) [9]
Wat toegestaan is voor de persoon die I’tikaaf
verricht:
1. Het is toegestaan voor hem om de moskee te
verlaten om een behoefte te vervullen. En het
is toegestaan voor hem om zijn hoofd uit de
moskee te steken om het te laten wassen en
kammen. ‘Aisha (radiAllahu ‘anha) heeft
gezegd: “En de Boodschapper van Allah (sallAllahu
‘alayhi wa salaam) stak zijn hoofd naar
binnen in mijn aanwezigheid terwijl hij I’tikaaf in de
moskee verrichtte en ik in mijn appartement
was. Dus kamde ik zijn haar, [en in een andere
overlevering: ik waste het, hoewel de drempel
tussen mij en hem in was, en ik menstrueerde].
En hij betrad het huis niet terwijl hij I’tkaaf
verrichtte, tenzij hij een [menselijke] behoefte
had.” [10]
2. Het is voor degene die I’tikaaf verricht
en voor anderen toegestaan om wudoo (wassing) in
de moskee te verrichten, gebaseerd op de
uitspraak van een man die de Profeet (sallAllahu
‘alayhi wa salaam) bediende: “De Profeet
(sallAllahu ‘alayhi wa salaam) verrichtte een lichte
wudoo in de moskee.” [11]
3. Hij mag een kleine tent opzetten in de
achterkant van de moskee waar hij I’tikaaf verricht.
Dit is omdat ‘Aisha (radiAllahu ‘anha) een
khibaa [12] (tent) voor de Profeet (sallAllahu
‘alayhi wa salaam) opzette wanneer hij I’tikaaf
verrichtte. En dit was in opdracht van hem. [13]
En eens verrichte hij I’tikaaf in een kleine
tent waarvan de ingang bedekt werd door een mat.
[14]
De toelaatbaarheid van een vrouw om I’tikaaf
te verrichten en om haar man (die
I’tikaaf verricht) te bezoeken in de moskee:
4. Het is toegestaan voor een vrouw om haar
man te bezoeken terwijl hij I’tikaaf in de moskee
verricht. En hij mag met haar meelopen naar
de deur van de moskee om afscheid van haar te
nemen, gebaseerd op de woorden van Safiyyah
(radiAllahu ‘anha):
“De Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam)
verrichtte I’tikaaf in de moskee gedurende de
laatste tien dagen van de Ramadan, dus ging
ik hem op een nacht bezoeken en zijn vrouwen
waren bij hem. Ik sprak ongeveer een uur met
hem en toen stond ik op om te gaan en hij zei:
‘Haast je niet, ik ga met je mee.’ Dus stond
hij ook op om me naar buiten te begeleiden.” Ze
woonde in het huis van Usaamah Ibn Zaid. Ze
liepen totdat ze de deur van de moskee
bereikten, die bij de deur van Umm Salamah
was. Er kwamen twee mannen van de Ansaar
langs en toen ze de Profeet (sallAllahu ‘alayhi
wa salaam) zagen, stormden ze weg. De
Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) zei: ‘Rustig
aan! Dit is (mijn vrouw) Safiyyah Bint
Huyai.’ Ze zeiden: ‘SubhaanAllah, O
Boodschapper van Allah.’ Hij zei: ‘Waarlijk, de Duivel
stroomt door de mens zoals de stroming van
bloed. En ik vreesde dat hij iets kwaads in jullie
harten plaatste.’” [Of hij zei: “iets in
jullie harten.”] [15]
Het is zelfs toegestaan voor een vrouw om
samen met haar man of alleen I’tikaaf in de
moskee te verrichten, gebaseerd op de
verklaring van ‘Aisha (radiAllahu ‘anha): “Eén van de
vrouwen van de Boodschapper van Allah
(sallAllahu ‘alayhi wa salaam) verrichtte I’tikaaf
met hem terwijl zij in de staat van Istihaada
(bloeding tussen menstruatieperiodes) [in een
andere overlevering staat dat zij Umm Salamah
is] en ze zag rode (bloed) of gele sporen (uit
haar komen). En soms plaatsten we een blad
onder haar terwijl ze het gebed verrichtte.” [16]
En ze heeft ook gezegd: “De Profeet
(sallAllahu ‘alayhi wa salaam) verrichtte I’tikaaf
gedurende de laatste tien dagen van de
Ramadan totdat hij overleed. Toen verrichtten zijn
vrouwen I’tikaaf.” [17]
Hierin ligt bewijs dat het toegestaan is voor
de vrouwen om ook I’tikaaf te verrichten. En er is
geen twijfel over dat dit op voorwaarde is
dat hun voogden hun toestemming geven om dat te
doen. En het is ook op voorwaarde dat de
plaats vrij is van enige fitnah en contact met
mannen, gebaseerd op de vele bewijzen
daarvoor en ook op het Fiqh-principe: “Het verkomen
van iets slechts heeft prioriteit boven het
bewerkstelligen van iets goeds.”
5. Het hebben van seksuele gemeenschap doet
iemands I’tikaaf te niet, gebaseerd op de
woorden van Allah: “En hebt geen omgang met
hen, terwijl jullie I’tikaaf in de moskeeën
verrichten.”
En Ibn ‘Abbaas heeft gezegd: “Als degene die
I’tikaaf verricht, seksuele gemeenschap heeft,
dan doet hij zijn I’tikaaf te niet en moet
hij opnieuw beginnen.” [18]
Er is geen vergoeding (kaffaarah) verplicht
voor hem omdat er een gebrek aan uitspraken van
de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) en
zijn Metgezellen daarover is.
_______________________________________________________
[1] Dit is
een gedeelte van een hadith van ‘Aisha (radiAllahu ‘anha) overgeleverd door
Al-Bukhari, Muslim en
Ibn Khuzaimah in hun Sahih collecties. Ik heb het vermeld
in Sahih Sunan Abi Dawud (2127)
[2] Overgeleverd
door al-Bukhari, Muslim en Ibn Khuzaimah. De toevoeging is van Al-Bukhari in
een
overlevering zoals vermeld staat in mijn verkorting ervan
(995). En het wordt ook vermeld in Sahih Sunan Abi
Dawud (2136-2137).
[3] Overgeleverd
door Al-Bukhari en Ibn Khuzaimah in hun Sahih collecties en het wordt vermeld
in de
eerdergenoemde bron (2126-2130).
[4] Overgeleverd
door Al-bukhari en Muslim en Ibn Khuzaimah (2223) en het wordt vermeld in
Al-Irwaa (966)
en Sahih Abi Dawud (2125).
[5] Surat
al-Baqarah 2:!87. Imam Al-Bukhari gebruikte
deze ayah als bewijs voor wat we hierboven vermeld
hebben. Al-Haafidh Ibn Hajar heeft gezegd: “Het punt van
bewijs dat in deze ayah gevonden wordt, is dat als het
correct zou zijn om I’tikaaf op een andere plek dan de
moskee te verrichten, het verbod op het hebben van
seksuele gemeenschap niet specifiek genoemd zou zijn want
seksuele gemeenschap is verboden tijdens I’tikaaf
volgens de consensus van de geleerden. Dus door het
vermelden van “moskeeën” wordt aangenomen dat I’tikaaf
niet correct is behalve in de moskeeën.
[6] Overgeleverd
door Al-Baihaqi met een authentieke keten en door Abu Dawud met een sterke
keten. De
volgende overlevering van ‘Aisha (radiAllahu ‘anha) is
ook van Abu Dawud en wordt vermeld in Sahih Abi
Dawud (2135) en Al-Irwaa (966).
[7] Al-Baihaqi
heeft overgeleverd van Ibn ‘Abbaas dat hij gezegd heeft: “Waarlijk, het meest
gehate van alle
dingen zijn voor Allah de innovaties. En waarlijk, (één)
van de innovaties is het verrichten van I’tikaaf in de
gebedsruimtes die in de huizen gevestigd zijn.”
[8] Overgeleverd
door At-Tahaawi en Al-Isma’ili en Al-Baihaqi met een authentieke keten van overlevering
van
Hudhaifah Ibn Al-Yaman (radiAllahu ‘anhu). En het wordt
vermeld in As-Sahihah (nr. 2786) samen met de
overeenstemmende overleveringen van de Sahaabah, en ze
zijn allemaal authentiek. [Noot van de vertaler:
sommige geleerden zijn van mening dat de uitdrukking “in
de moskeeën” in de eerdergenoemde ayah impliceert
dat het in elke moskee toegestaan is en dat het mustahabb
is om I’tikaaf in een Jaami’ moskee (waarin de
Jumu’ah gebeden verricht worden) te verrichten zodat
degene die I’tikaaf verricht de moskee niet hoeft te
verlaten voor Jumu’ah. De imams (voornamelijk de vier
grote imams) waren het erover eens dat I’tikaaf in alle
Jaami’ moskeeën geldig is. De Maliki’s stonden I’tikaaf
ook toe in de gebedsruimtes van de huizen, zowel voor
mannen als voor vrouwen, terwijl de Hanafi’s dit alleen
voor vrouwen toestonden en ze achtten het allemaal
toegestaan voor vrouwen om het in de moskee te verrichten
aangezien de vrouwen van de Profeet (sallAllahu
‘alayhi wa salaam) dit ook deden. Er is niets overgeleverd
van een welbekende imam dat de I’tikaaf ongeldig
maakt tenzij het in één van de drie moskeeën wordt
verricht, niet van de vier imams noch van de tien imams of
anderen. Dit was alleen overgeleverd van Hudhayfah ibn
Al-Yaman (radiAllahu ‘anhu) die het niet aan de
Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) toeschreef en door
één of twee van de Salaf].
[9] Overgeleverd
door Al-Baihaqi met een authentieke keten van overlevering en door Abu Dawud
met een
sterke keten van overlevering. Imam Ibn Al-Qayyim heeft
in Zaad Al-Ma’aad gezegd: “Het is niet overgeleverd
over de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) dat hij I’tikaaf
verrichtte terwijl hij niet vastte. ‘Aisha (radiAllahu
‘anha) heeft gezegd: ‘Er is geen I’tikaaf zonder te
vasten.’ En verder heeft Allah I’tikaaf niet zonder het vasten
genoemd. En de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam)
deed het niet tenzij hij aan het vasten was. De correcte
mening ligt dus in het bewijst, dat de meerderheid van de
geleerden aanhangen: dat vasten een voorwaarde voor
I’tikaaf is. En dit is de mening die de voorkeur kreeg
van Shaikh al-Islam Abul-‘Abbaas Ibn Taymiyyah.” En hij
voegt hieraan toe dat het in de Religie niet wettig is
dat iemand die naar de moskee gaat om te bidden of iets
anders te doen een intentie zou moeten maken voor de
hoeveelheid tijd die hij in I’tikaaf zal doorbrengen. Dit is
wat Shaikh al-Islam verduidelijkte in zijn Ikhriyaaraat.
[10] Overgeleverd
door Al-Bukhari, Muslim, Ibn Abi Shaibah en Ahmad en de eerste toevoeging
behoort tot de
twee laatstgenoemden. Het wordt vermeld in Sahih Abi
Dawud (2131-2132).
[11] Overgeleverd
door Al-Baihaqi met een goede keten en door Ahmad (5/364) in verkorte vorm met
een
authentieke keten van overlevering.
[12] Een
khibaa is een soort huis van de Arabieren dat gemaakt is van bont of wol en het
is niet van haar
gemaakt. Het wordt op twee of drie steunen opgezet. Zie
An-Nihaayah.
[13] Overgeleverd
door Al-Bukhari en Muslim van de hadith van ‘Aisha. Dat zij dit deed wordt
vermeld in de
overlevering van Al-Bukhari en zijn opdracht hiertoe
wordt vermeld in de overlevering van Muslim.
[14] Het is
onderdeel van een hadith die verteld is door Abu Sa’id Al-Khudri en
overgeleverd door Muslim en
Ibn Khuzaimah in hun Sahihs. Het wordt vermeld in Sahih
Abi Dawud (1251).
[15] Overgeleverd
door Al-Bukhari en Muslim en ook door Abu Dawud en het laatste deel van de
hadith is van
hem (Abu Dawud). En ik heb het vermeld in Sahih Sunan Abi
Dawud (2133 & 2134).
[16] Overgeleverd
door Al-Bukhari en het wordt vermeld in Sahih Sunan Abi Dawud (2138). De andere
overlevering is van Sa’id Ibn Mansour, zoals vermeld in
Fath al-Baari (4/281). Ad-Daarimi (1/22) zegt echter dat
zij Zainab is, en Allah weet het het beste,
[17] Overgeleverd
door Al-Bukhari, Muslim en anderen.
[18] Overgeleverd
door Ibn Abi Shaibah (3/92) en ‘Abdur-Razaaq (4/363) met een authentieke keten
van
overlevering. En wat bedoeld wordt met zijn uitspraak “opnieuw
beginnen” is dat hij zijn I’tikaaf over moet
doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten