zaterdag 4 mei 2013

Zaken die het vasten verbreken


Zaken die het Vasten verbreken

Door Shaych Mohammed bin Saalih Al-'Othaymien
Al-Moefattiraat[1] - Zaken die het Vasten Verbreken.
Vraag:
“Wat zijn de moefattiraat die het vasten van een persoon verbreken?”
Antwoord:
“De Moefattiraat die in de Qor’aan staan vermeld zijn er drie:
Het eten;
Het drinken;
En de geslachtsgemeenschap.
En de bewijsvoering hiervoor is de Uitspraak van de Allaah:
“Dus hebt nu geslachtsgemeenschap met hen en zoek datgene wat Allaah voor jullie
beschikt heeft, en eet en drinkt totdat de witte draad (licht van de dageraad) zich voor
jullie onderscheidt van de zwarte draad (donkerte van de nacht), maakt vervolgens
jullie vasten compleet tot de nachtval.” (Soerah Al-Baqarah (2), Vers 187)
(Ten eerste en ten tweede); Wat betreft het eten en het drinken, (dan maakt het niet uit) of het
nu haraam of halaal (eten betreft), en of het bevorderlijk is voor het lichaam of schadelijk, of
(dat het) èn niet bevorderlijk èn niet schadelijk is, of dat nu weinig of veel is. Op basis hiervan
is dus ook het roken een moefattir, ondanks het feit dat het èn schadelijk èn haraam is. De
geleerden zeggen verder ook dat als een persoon iets ter grootte van een graankorreltje inslikt,
hij dan daarmee zijn vasten tenietgedaan heeft. Terwijl iets ter grootte van een graankorreltje
niet bevorderlijk is voor het lichaam. Toch wordt het gerekend tot de moefattiraat.
Ten derde; Geslachtsgemeenschap. En dat is de ernstigste vorm van de moefattiraat, vanwege
de verplichting van kaffaarah[2] die het met zich mee brengt. En die kaffaarah is dan het
vrijlaten van een slaaf, als hij die niet vindt dan dient hij twee maanden achtereenvolgens te
vasten, als hij daartoe niet in staat is, dan dient hij zestig armen te voeden.
Ten vierde; Zaadlozing door (seksuele) lust.[3] Als een zaadlozing bij een persoon plaatsvindt,
doet dat zijn vasten teniet. Echter hierbij vindt geen kaffaarah plaats, omdat die slecht bij
geslachtsgemeenschap plaatsvindt.
Ten vijfde; Injectiespuiten waarmee men zich laat voorzien van eten en drinken. Het betreft
hier dus de injectievoedingen.[4] Wat betreft de injectiespuiten die geen voedende werking
hebben, die toen het vasten niet teniet. Of een persoon die nu binnenkrijgt via de aderen of via
de spieren. Het is dan immers geen eten of drinken en heeft dan ook niet de functie van eten
of drinken.
Ten zesde; Opzettelijk overgeven. Als een persoon opzettelijk overgeeft, doet dat zijn vasten
teniet. Als hij echter gedwongen is om over te geven, dan rust er op die persoon geen blaam.[5]
Ten zevende; Het uitvloeien van menstruatiebloed of postnatale bloeding. Als bij een vrouw
menstruatie (bloed) uitvloeit, ook al zou dat maar een ogenblik vóór het ondergaan van de zon
plaatsvinden, dan doet dat het vasten teniet.[6]
Ten achtste; Het uitvloeien van bloed door al-Hidjaama[7]. Het bewijs hiervoor is de uitspraak
van de Boodschapper (salallaahoe 'alayhie was sallem): “Degene die hidjaama uitvoert en
degene die hidjaama laat uitvoeren, hebben hun vasten verbroken”.[8] Als een persoon
hidjaama laat uitvoeren, en er verschijnt bloed, dan verbreekt dat het vasten. En het verbreekt
ook het vasten van degene die al-hidjaama uitvoert als dat op de manier plaatsvindt die
bekend stond in de tijd van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem). En dit houdt in dat de
haadjim[9] kleine porties bloed aftapt. Echter als hij de hidjaama uitvoert middels apparatuur
die losgekoppeld staat van de haadjim, dan verbreekt dat slechts het vasten van de
mahdjoem[10] en niet van de haadjim.
Als deze moefattiraat gedurende de dag van de Ramadan gebeuren, komen voor de
betreffende persoon de volgende zaken kijken:
De zonde;
Het tenietdoen van het vasten;
De verplichting om zich de rest van de dag te onthouden aan de moefattiraat;
De verplichting om de betreffende dag in te halen.
En als de moeffatir plaatsvindt door geslachtsgemeenschap, komt daar een vijfde zaak bij
kijken, en dat is de kaffaarah.
Maar men dient ook te weten dat deze moeffatiraat het vasten niet verbreken behalve bij de
aanwezig van de volgende drie voorwaarden:
De kennis;
Het bewustzijn;
De wil.
(De eerste voorwaarde is) dus als een persoon enige van deze genoemde moefattiraat
overkomt, zonder dat hij er kennis van heeft (dat het daadwerkelijk zijn vasten verbreekt) Het
vasten van die persoon is dan correct. Of dat nu is, omdat hij onwetend is met betrekking tot
de tijd of onwetend is met betrekking tot de regelgeving.
Een voorbeeld van onwetendheid met betrekking tot de tijd, is als een persoon in het laatste
gedeelte van de nacht op staat en hij denkt dat de tijd van fadjr nog niet is aangebroken en hij
eet en drinkt dan, waarna het hem duidelijk wordt dat de fadjr al is aangebroken. Het vasten
van die persoon is dan correct, omdat hij onwetend is betreffende de tijd.
En een voorbeeld van iemand die onwetend is betreffende de regelgeving, is als een persoon
hidjaamah laat uitvoeren, en hij weet niet dat de hidjaamah de vasten doet verbreken. Er dient
dus tegen die persoon gezegd te worden: “Je vasten is correct.” En het bewijs hiervoor is de
uitspraak van Allaah:
“O onze Heer! Leg geen rekenschap af, als wij vergeten of een fout begaan.” [11] [12] (
Soerah Al-Baqarah (2), Vers 186)
En vanuit de Soennah, de hadith van Asmaa bint Abie Bakr (radiallaahoe ta'alla 'anha), die
overgeleverd is door Al-Boechaarie in zijn Sahieh: “Wij verbraken ons vasten op de dag, dat
het erg bewolkt was ten tijde van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) … Daarna
kwam de zon op, zodat hun eten en drinken gedurende de dag plaats vond. Zij wisten dat
echter niet, en dachten dat de zon al onder was gegaan. En de Profeet (salallaahoe 'alayhie
was sallem) droeg hen niet op om die dag in te halen. En als het verplicht zou zijn geweest,
dan had hij hen zeker daartoe opgedragen. En als hij hen daarmee opgedragen zou hebben,
dan zou dat aan ons zijn overgeleverd[13]. Echter, als een persoon eet en drinkt, terwijl hij
denkt dat de zon al is onder gegaan, en erachter komt dat de zon nog niet is ondergegaan, is
hij verplicht om zich te onthouden, totdat de zon daadwerkelijk is ondergegaan. En zijn vasten
is dan correct.
De tweede voorwaarde is dat een persoon bij bewustzijn is. Het tegenovergestelde van
bewustzijn is vergeetachtigheid. Als een vastende dus vergeet, en eet en drinkt, dan is zijn
vasten correct. Dit is gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene:
“O onze heer! Leg ons geen rekenschap af, als wij vergeten of een fout begaan.” (Soerah Al-
Baqarah (2), Vers 186)
En de uitspraak van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem), die overgeleverd is door
Aboe Hoereirah (radiallaahoe ta'alla 'anhoe): “Degene die eet of drinkt, terwijl hij vastende is,
dient zijn vasten door te zetten. Allaah immers, heeft hem dan te eten en te drinken
gegeven.”[14]
De derde voorwaarde is de wil. Als een vastende enige van deze moefattiraat pleegt, zonder
eigen wil en keuze, dan is zijn vasten correct. Als hij bijvoorbeeld zijn mond aan het spoelen
was, en water vervolgens naar zijn buik daalt, zonder opzet, dan is zijn vasten correct.
Als een persoon zijn vrouw dwingt tot het hebben van geslachtsgemeenschap en zij is niet in
staat om hem van zich af te houden, dan is haar vasten correct. Zij heeft het immers niet
gewild. En het bewijs daarvoor is de Uitspraak van de Meest Verhevene over degene die
gedwongen koefr pleegt.
“Degene die ongelovig is geworden in Allaah na geloof te hebben gehad, behalve hij die
daartoe gedwongen is en zijn hart gevuld is met geloof.” [15] (Soerah An-Nahl (16), Vers
106)
Als een vastende gedwongen wordt om zijn vasten te verbreken of het begaan van een
moefattir, zonder eigen wil of opzet, dan rust er op die persoon geen blaam en is zijn vasten
correct.”
Bron: ‘48 Vragen betreffende het Vasten’.
[1] Moefattiraat is het meervoud van moefattir en duidt op alle zaken die het vasten van een
persoon verbreken. Al-iftar is het tegenovergestelde van as-saum (vasten), en heeft dus de
betekenis van 'het verbreken van het vasten'.
[2] Een kaffaarah is een boetedoening voor het begaan van een verboden zaak in de Islaam.
[3] Wat betreft de zaadlozing door (seksuele) lust, daarvoor is het bewijs de uitspraak van
Allaah betreffen de vastende: “Hij laat zijn eten en drinken omwille van Mij.”
[Overgeleverd door Ibn Maajah: Het Boek van het Vasten / Hoofdstuk: Betreffende de
Superioriteit van het Vasten (1638)]. En zaadlozing is een lust. Dit is gebaseerd op de
uitspraak van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem): “In het hebben van
geslachtsgemeenschap (met jullie wettige vrouwen), zit liefdadigheid.” Zij zeiden: “O
Boodschapper van Allaah, dus als iemand van ons zijn seksuele lusten gaat bevredigen (met
zijn wettige vrouw/en), krijgt hij dan daarvoor beloning?” Hij zei: “Zien jullie dan niet, dat
wanneer hij die lusten op een harame manier gaat bevredigen, dat dan voor hem een
zonde staat. Zo is het ook, wanneer hij die op een halale wijze gaat bevredigen, hij
daarvoor een beloning krijgt.” [Overgeleverd door Moeslim: ‘Het Boek over de Zakaat.
Hoofdstuk: De Verduidelijking dat de Term Sadaqah toegepast wordt op elke Soort goede
Zaak (1006)]. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-‘Othaymien].
[4] Deze nemen immers de functie in van voedsel en drank, waardoor een persoon geen
behoefte meer heeft aan eten of drinken. En alles wat de functie inneemt van iets anders,
daarop is dezelfde regelgeving van toepassing. Om die reden blijft het lichaam in afwachting
op het innemen van die injectiespuiten. Dit betekent dat het lichaam gevoed blijft door die
injectiespuiten, ook al kan een persoon op een andere manier helemaal geen voedsel tot zich
nemen. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-‘Othaymien].
[5] De hadith van Aboe Hoerairah (radiallaahoe ta'alla 'anhoe) dat de Profeet (salallaahoe
'alayhie was sallem) heeft gezegd: “Degene die overgeeft dient zijn vasten in te halen, en
degene die gedwongen is over te geven, hoeft zijn vasten niet in te halen.” [Overgeleverd
door Aboe Dawoed: Het Boek van het Vasten / Hoofdstuk: De Vastende die opzettelijk
overgeeft (2370). En At-Tirmidhi: Het Boek over het Vasten / Wat overgeleverd is wanneer
opzettelijk wordt overgegeven (720)] . En de wijsheid daarvan is dat als een persoon
overgeeft zijn buik leeg wordt gemaakt van voedsel En het lichaam heeft juist datgene nodig
waarvan het lichaam ontdaan is. Daarom zeggen wij, als het om een verplichte vasten gaat,
dan is het voor een persoon niet toegestaan om over te geven. Als hij immers overgeeft, heeft
hij daarmee zijn verplichte vaste tenietgedaan. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door
Shaych Al-‘Othaymien].
[6] Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) over de
vrouw: “Is het niet waar dat een vrouw niet kan bidden of kan vasten gedurende haar
menstruele bloedingen?” [Overgeleverd dor Al-Boechaarie in 'Het Boek over de Menstruele
Bloedingen' (304). En door Moeslim in 'Het Boek over het Geloof' (79)]. En de geleerden
hebben een consensus dat het vasten van een menstruerende vrouw niet correct is. En dit geldt
ook voor vrouwen die lijden aan postnatale bloedingen. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam
door Shaych Al-‘Othaymien]
[7] Al-Hidjaamah is het (medisch) af laten tappen van bloed.
[8] Overgeleverd door Al-Boechaarie als een moe'allaq hadith. Het Boek van het Vasten /
Hoofdstuk over Al-Hidjaamah en het opzettelijke Overgeven. Ook At-Tirmidhi: Het Boek
over het Vasten / Hoofdstuk: de Afkeurenswaardigheid van Al-Hidjaamah voor de Vastende
(774).
[9] De haadjim is degene die de hidjaamah uitvoert.
[10] De mahdjoem is degene die hidjaamah laat uitvoeren.
[11] Over geleverd aan het begin van Sahieh Moeslim van de hadith van Aboe Hoereirah:
“Allaah heeft ja gezegd!” En de hadith van Ibn 'Abbaas dat Allaah hierop gezegd heeft:
“Dat heb ik gedaan!” [Bron: Tafsir Al-Qor'an Al-'Adhiem van Ibn Kathir].
[12] En gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene: “Er rust op jullie geen blaam
wanneer jullie hierin een fout begaan, behalve wat jullie harten opzettelijk bedoelen.”
(Soerah Al-Ahzaab (33), Vers 5). En beide bewijzen zijn algemeen.
[13] Dit is gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene: “Waarlijk! Wij zijn het die
de Vermaning hebben neder gezonden en voorzeker, Wij zullen het beschermen.”
(Soerah Al-Hidjr (15), Vers 9).
[14] Overgeleverd door Al-Boechaarie in 'Het Boek over het Vasten' (1933) en door Moeslim
in 'Het Boek over het Geloof' (49).
[15] Als dus de regelgeving betreffende ongeloof is, dat het opgeheven wordt door dwang, dan
wordt al het andere (dan ongeloof) zeker opgeheven. En ook de hadith die overgeleverd is dat
de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem) heeft gezegd: "Allaah heeft van mijn
gemeenschap de fouten, de vergeetachtigheid en datgene waartoe het gedwongen wordt,
opgeheven." [Overgeleverd door Ibn Maadjah in 'Het Boek over het Echtscheiding' (2043)].
[Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-‘Othaymien].
http://www.ahloelhadieth.com/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten