donderdag 2 mei 2013

Advies na de Ramadan


Advies na de Ramadan


Uit al-Da’wah magazine, deel 1774, blz. 12 (www.islam-qa.com)
Vertaald door www.AlMutaqqun.tk
Ik vraag me af of de vastende persoon na de Ramadan gebleven is zoals hij tijdens de
Ramadan was, of is hij “als zij die haar garen weer opsplitst nadat zij het stevig gesponnen
had” [al-Nahl 16:92]? Ik vraag me af of degene die tijdens de Ramadan vastte, Qur’aan
reciteerde en las, spendeerde in liefdadigheid, ’s nachts bad en du’a verrichtte, dit ook na de
Ramadan zal doen, of zal hij een ander pad volgen, ik bedoel het pad van de Shaytaan, zodat
hij zonden begaat en dingen doet die de Meest Barmhartige, Meest Genadevolle,
ontstemmen?
Als een moslim het geduld bewaart om na de Ramadan goede daden te verrichten, dan is dit
een teken dat zijn vasten geaccepteerd is door zijn Heer, de Grootmoedigste, de Verlener van
zegeningen. Als hij er niet in slaagt om na de Ramadan goede daden te verrichten, en hij de
weg van de Shaytaan volgt, dan is dit een teken van vernedering, gebrekkigheid, lage status
en beroofd zijn van de hulp van Allah, zoals al-Hasan al-Basri heeft gezegd: “Zij waren niet
meer belangrijk voor Allah, dus begingen zij zonden. Als zij iets betekend hadden voor Hem,
dan zou Hij hen beschermd hebben.” Wanneer iemand onbelangrijk wordt voor Allah, zal
Allah hem niet langer eren. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
En wie door Allah vernederd wordt: voor hem zijn er dan geen eerbewijzers. [al-Hajj
22:18]
Het is verbazingwekkend dat je tijdens de Ramadan sommige mensen ziet die vasten en ’s
nachts bidden en uitgeven in liefdadigheid en de Heer der Werelden vereren, en zodra de
maand ten einde komt, verandert hun aard volledig en krijgen ze een slechte houding
tegenover hun Heer. Je ziet dus dat ze hun gebed verwaarlozen en goede daden vermijden, ze
begaan zonden en zijn op vele manieren ongehoorzaam aan Allah, ze blijven weg van
gehoorzaamheid aan Allah, de Heerser, de Heilige, Degene die vrij is van alle
tekortkomingen.
Bij Allah, hoe vreselijk is het wanneer mensen Allah alleen in de Ramadan erkennen.
De moslim zou van de Ramadan een kans moeten maken om een nieuwe bladzijde omt e
slaan door berouw te tonen, zich tot Allah te richten, te volharden in het aanbidden van Allah
en zich altijd bewust te zijn van het feit dat Allah elke minuut van elk uur toekijkt. Na de
Ramadan zou de moslim dus gehoorzaam moeten blijven aan Allah en zonden en slechte
handelingen moeten vermijden, als voortzetting van hoe hij tijdens de Ramadan was en de
dingen die hij toen deed om dichter bij de Heer van de schepping te komen.
Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
Houd het gebed aan de twee uitersten van de dag en gedurende de eerste uren van de
nacht. Voorzeker, goede werken verdrijven kwade werken. Dit is een aanmaning voor
degenen die er lering uit trekken. [Hud 11:114]
De Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd: “Volg een slechte daad op met een
goede daad want deze zal het uitwissen, en heb een goede houding en goede manieren
tegenover de mensen.” [Overgeleverd door al-Tirmidhi met een hasan isnaad]
Het doel waarvoor Allah iedereen geschapen heeft, was ongetwijfeld om Hem Alleen te
aanbidden, zonder partner of deelgenoot. Dit is het ultieme en hoogste doel; het verkrijgen
van ‘uboodiyyah (een dienaar van Allah zijn in de meest ware en volledige betekenis). Dit
werd op de mooiste manier bereikt tijdens de Ramadan, toen we de mensen in groepen en
individueel naar de huizen van Allah zagen gaan, en we zagen hen ernaar streven om de
verplichte gebeden op tijd uit te voeren en om liefdadigheid te geven, concurrerend met elkaar
in het verrichten van goede daden. En laat degenen die willen wedijveren, hiervoor
wedijveren (zie al-Mutaffifeen 83:26) opdat zij beloond zullen worden insha Allah. Dan rest
het geval van degenen die Allah versterkt met het standvastige woord in deze wereld en in het
Hiernamaals (zie Ibrahim 14:27). Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
Tot Hem stijgt het goede woord op, en de goede daad verheft dit (woord). En degenen
die kwade plannen beramen: voor hen is er een harde bestraffing, en de list van
diegenen is mislukt.” [Faatir 35:10]
Goede daden zijn ongetwijfeld onder de daden die een persoon ten alle tijden dichter bij Allah
brengen, en de Heer van de Ramadan is ook de Heer van Jumaada en Sha’baan en Dhu’l
Hijjah en Muharram en Safar en alle andere maanden. De aanbidding die Allah ons opgelegd
heeft, omvat vijf zuilen waarvan het vasten er één is, die een vastgestelde periode duurt die tot
een einde is gekomen. Maar er blijven andere zuilen over waarvoor we verantwoordelijk zijn
tegenover Allah: Hajj, het gebed en zakaah. We moeten deze plichten uitvoeren op de manier
die Allah tevreden stemt, en we moeten ernaar streven om het doel waarvoor we geschapen
zijn te vervullen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
En ik heb de djinn en de mensen slechts tot Mijn aanbidding geschapen. [al-Dhaariyaat
51:56]
De Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) leerde zijn Metgezellen om te concurreren in goede
daden en hij legde uit dat de liefdadigheid die een persoon geeft wanneer hij niet geneigd is
om dat te doen en wanneer hij in goede gezondheid is maar armoede vreest, zwaarder zal
wegen bij Allah op de weegschaal van goede daden, terwijl degene die het uitstelt en wanneer
hij ziek wordt, hier en daar aan liefdadigheid begint te geven uit vrees dat zijn goede daden
afgewezen zullen worden, het gevaar loopt dat zijn liefdadigheid niet geaccepteerd zal
worden. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
Voorwaar, Allah aanvaardt slechts het berouw van degenen die het slechte uit
onwetendheid bedrijven en vervolgens snel berouwvol zijn. Zij zijn degenen van wie
Allah het berouw aanvaardt en Allah is Alwetend, Alwijs.
En er is geen (aanvaardig van het) berouw voor degenen die het slechte bedrijven totdat
een van hen de dood nabij is, (en dan) zegt: “Voorwaar, nu heb ik berouw.” En ook niet
voor degenen die ongelovig sterven. Zij zijn degenen voor wie Wij een pijnlijke
bestraffing voorbereid hebben. [al-Nisa’ 4:17-18]
De vrome en oprechte gelovige zou Allah moeten vrezen en ernaar moeten streven om Allah
te allen tijde te gehoorzamen, volhardend in zijn taqwa en altijd strevend om het goede te
doen, anderen uit te nodigen tot Allah, het goede te gebieden en het slechte te verbieden. De
dagen en nachten van de gelovige in deze wereld zijn pakhuizen, dus laat hem zien wat hij er
in op kan slaan. Als hij er goede dingen in opslaat, zal dit op de Dag der Opstanding in zijn
voordeel getuigen voor zijn Heer; als het tegenovergestelde het geval is, dan zal het een ramp
voor hem zijn. We vragen Allah om ons en jullie te redden van dat verlies.
De geleerden hebben gezegd:
Onder de tekenen van aanvaarding (van goede daden) is dat Allah een hasanah (goede daad)
op laat volgen door een andere, want de hasanah zegt: “Mijn zuster, mijn zuster!” En de
sayi’ah (slechte daad) zegt ook: “Mijn zuster, mijn zuster!” Als Allah de Ramadan van een
persoon geaccepteerd heeft en hij van deze periode van (spirituele) training geprofiteerd heeft
en standvastig is gebleven in het gehoorzamen van Allah, dan heeft hij zich aangesloten bij de
karavaan van degenen die standvastig zijn gebleven en geantwoord hebben aan Allah. Allah
zegt (interpretatie van de betekenissen):
Voorwaar, degenen die zeggen: “Onze Heer is Allah,” en die vervolgens standvastig zijn:
over hen zullen de Engelen neerdalen (en zeggen) “Weest niet bevreesd en niet treurig,
en weest verheugd met het Paradijs dat aan jullie is beloofd.
Wij zijn jullie helpers tijdens het wereldse leven en in het Hiernamaals en voor jullie is
daarin wat jullie zielen verlangen en voor jullie is daarin wat jullie vragen.” [Fussilat
41:30-31]
En wie Allah tot Beschermer neemt, en (ook) Zijn Boodschapper en degenen die gelovig
zijn: voorwaar, het is de groep (volgelingen) van Allah die overwinnaar is. [al-Maa’idah
5:56]
Voorwaar, degenen die zeggen: “Onze Heer is Allah,” en die vervolgens standvastig zijn:
er zak geen vrees over hen komen en zij zullen niet treuren. [al-Ahqaf 46:13]
Dit standvastig zijn zou voort moeten duren van de ene Ramadan tot de volgende, want de
Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd: “Van het ene gebed tot het volgende, van
de ene Ramadan tot de volgende, van de ene Hajj tot de volgende, dit vereffent wat (aan
zonden) begaan is van de ene tot de volgende, zolang je de grote zonden vermijdt.” [Muslim]
En Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
Indien jullie grote zonden, die verboden zijn, vermijden zullen Wij jullie fouten
uitwissen en zullen Wij jullie naar een eervolle plaats (het Paradijs) leiden. [al-Nisa’
4:31]
Vanaf het moment dat de gelovige de vroegste leeftijd van beoordelingsvermogen bereikt,
totdat hij zijn laatste adem uitblaast, zou hij zich aan moeten sluiten bij de karavaan van
degenen die standvastig zijn en aan boord moeten gaan van het schip van verlossing. Hij zou
in de schaduw van “Laa ilaaha ill-Allah” moeten blijven, genietend van de zegeningen van
Allah. Deze religie is de waarheid en de manier waarop we dit standvastig aanhangen tijdens
de Ramadan, is datgene waar Allah ons mee eert zodat we qiyaam blijven bidden en Hem
blijven aanbidden na de maand van de Ramadan. Vergeet niet dat Allah jou gezegend heeft
met i’tikaaf, het geven van liefdadigheid, het vasten en du’a die geaccepteerd zijn. Vergeet
niet om voor deze goede daden en deze steun van Allah te zorgen, en laat hen niet uitgewist
worden door slechte daden. Streef er dus naar om goedheid en geluk op jouw weg te zaaien en
om degenen die standvastig blijven (in de islam) gezelschap te houden en om Allah en Zijn
Boodschapper en het Huis van het Hiernamaals na te streven, waar tegen jou gezegd zal
worden: Ontvang blijde tijdingen van het Paradijs zo wijd als de hemelen en de aarde,
voorbereid voor de godvrezende, omdat je geantwoord hebt aan de oproep van Allah: “O
zoeker van het goede, ga door, want Allah heeft een aantal mensen die gered zullen worden
van de Hel, en O zoeker van het kwaad, houd op.” En je hebt geantwoord aan de woorden van
de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam): “Degene die ’s nachts bidt tijdens de Ramadan
vanuit geloof en hopend op een beloning, zijn voorgaande zonden zullen worden vergeven.
En degene die ’s nachts bidt tijdens Laylat al-Qadr uit geloof en hopend op een beloning, zijn
voorgaande zonden zullen worden vergeven.” [al-Bukhari en Muslim]
Ik vraag Allah die ons en jullie heeft gezegend met het vasten, i‘tikaaf, ‘umrah en
liefdadigheid om ons te zegenen met leiding, godvrezendheid en aanvaarding van onze goede
daden. Moge Hij ons helpen om te volharden in het verrichten van goede daden en om
standvastig te blijven want volharding in het verrichten van goede daden is één van de beste
manieren om dichter bij Allah te komen. Toen een man bij de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa
salaam) kwam en zei: “Adviseer mij,” zei hij: “Zeg: ‘Ik geloof in Allah,’ en blijf standvastig.”
[Overeengekomen]
Volgens een andere overlevering zei hij: “Zeg: ‘Ik geloof in Allah,’ en blijf dan standvastig.”
[De man] zei: “O Boodschapper van Allah, alle mensen zeggen dat.” Hij zei: “Sommige
mensen die voor jou kwamen, zeiden dat, maar zei bleven niet standvastig.” [Ahmad] De
gelovigen moeten dus standvastig blijven in het gehoorzamen van Allah:
Allah versterkt (het geloof van) degenen die geloven met de standvastige uitspraak (de
geloofsbelijdenis) tijdens het wereldse leven en in het Hiernamaals; en Allah laat de
onrechtplegers dwalen en Allah doet wat Hij wil. [Ibrahim 14:27 – interpretatie van de
betekenis]
Degene die standvastig is in het gehoorzamen van Allah, is degene wiens du’a beantwoord
zullen worden, de du’a die hij meer dan vijfentwintig keer per dag herhaalt: “Leid ons op het
rechte pad” wat we in al-Fatihah zeggen. Hoe komt het dat we zeggen en sterk geloven dat als
we standvastig blijven, Allah ons zal vergeven, maar we te lui zijn om dat in de praktijk toe te
passen? We zouden Allah moeten vrezen en dit in daad, gedachte en woord moeten toepassen.
We zouden moeten streven op de weg van “ihdinaa al-siraat al-mustaqeem (Leid ons op het
rechte pad)” en we zouden de route van “iyaaka na’budu wa iyyaaka nasta’een (U alleen
aanbidden wij en U alleen smeken wij om hulp)” moeten afleggen, in de schaduw van
“ihdinaa al-siraat al-mustaqeem (Leid ons op het rechte pad)”, volgens de route die ons zal
leiden tot het Paradijs met de wijdte van de hemelen en de aarde, waarvan “Laa ilaaha ill-
Allah” de sleutel is. Ik vraag Allah om ons en jullie een goed einde te schenken.
Na de Ramadan zijn de mensen in verschillende soorten verdeeld, waarvan ik de twee
belangrijkste hier zal beschrijven. Het eerste soort zijn degenen die je in de Ramadan zich
hard ziet inspannen in aanbidding. Je ziet ze nooit maar ze knielen of staan in het gebed, of
lezen de Qur’aan, of huilen, zozeer dat ze je herinneren aan een aantal aanbidders onder de
salaf en je voelt zelfs medeleven voor hen vanwege de intensiteit van hun inspanningen en
streven. Maar de maand is nauwelijks beëindigd of ze vallen weer terug in achteloosheid en
het begaan van zonden alsof ze gevangen waren van die aanbidding, dus richten ze hun
aandacht op hun verlangens en worden achteloos en begaan zonden waarvan ze denken dat
het hun leed en verdriet weg zal nemen. Maar deze arme mensen vergeten dat zonde de
oorzaak van de ondergang is, want zonden zijn als oorlogswonden waarvan er één fataal kan
blijken te zijn.
Nadat ze deze gehele maand hebben doorgebracht met geloof, Qur’aan (lezen) en andere
handelingen van aanbidding, vallen deze mensen terug, Laa hawla wa laa quwwata illa
Billaah (er is geen macht en geen kracht buiten dat van Allah). Dit zijn de incidentele
aanbidders die Allah alleen erkennen bij bepaalde gebeurtenissen of in tijden van
moeilijkheden en leed en daarna is er geen gehoorzaamheid of aanbidding meer. Wat een
slechte gewoonte is dat.
“De aanbidder bad voor iets wat hij wilde en toen de zaak geklaard was, bad hij noch vastte
hij.” [Arabische poëzie]
Ik vraag me af wat het nut is van het aanbidden van een hele maand als dat opgevolgd wordt
door een terugkeer tot oneerbare manieren.
De tweede soort zijn degenen die pijn voelen bij het vertrek van de Ramadan omdat ze de
zoetheid geproefd hebben van het veilig zijn voor zonden en de bitterheid van geduld was
onbelangrijk geworden voor hen omdat ze de ware aard van hun zwakheid ontdekten en de
behoefte aan hun Meester (Allah) en hun behoefte om Hem te gehoorzamen. Ze hebben
gevast naar de ware betekenis van het vasten en ze stonden ’s nachts uit liefde in het gebed,
dus toen ze de Ramadan vaarwel zeiden, stroomden hun tranen en waren hun harten
gebroken. Degenen onder hen die belast waren met zonden, hoopten van zonden bevrijd te
worden en vrijgesproken te worden van de Hel en om zich aan te sluiten bij de karavaan van
degenen die aanvaard zijn. Vraag jezelf af tot welke van deze twee groepen jij behoort.
Bij Allah, zijn zij hetzelfde? Alle lof is aan Allah, maar de meeste van hen weten het niet.
Zeg: "Ieder handelt op zijn eigen wijze...” [al-Israa’ 17:84 – interpretatie van de betekenis]
De mufassireen hebben over deze ayah gezegd: elke persoon handelt op zijn eigen manier of
volgens het karakter dat hij gewend is. Dit is een veroordeling voor de kaafir en een
lofprijzing voor de gelovige.
Je moet weten dat de meest geliefde daden bij Allah de aanhoudende daden zijn, zelfs als ze
klein zijn. De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd: “O
mensen, je moet zoveel goede daden verrichten als je kunt, want Allah wordt niet moe
voordat jullie moe worden. De meest geliefde daden bij Allah zijn de aanhoudende daden,
zelfs als ze klein zijn. Wanneer de familieleden van Mohammed (sallAllahu ‘alayhi wa
salaam) iets deden, dan volhardden zij in het doen daarvan.” [Overgeleverd door Muslim]
De handelingen van aanbidding die voorgeschreven zijn in de islam, zijn gebaseerd op
bepaalde voorwaarden die vervuld moeten worden, zoals het gedenken van Allah, Hajj en
‘Umrah en de vrijwillige handelingen daarbij, gebieden wat goed is en verbieden wat slecht
is, het zoeken van kennis, jihaad en andere goede daden. Streef er dus naar om onophoudelijk
te aanbidden volgens jouw kunnen.
Moge Allah onze Profeet Mohammed en zijn familie en metgezellen zegenen en hen vrede
schenken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten